ULV staat voor „Ultra low volume“, dat wil zeggen „bijzonder kleine hoeveelheid“. Het gaat hier om een verdere ontwikkeling van de zogenaamde CDA-techniek ("controlled droplet application"), waarbij in vergelijking met het traditionele spuitproces veel kleinere vloeistofdruppels met een uniforme grootte gemaakt kunnen worden. De druppelgrootte (of hun smalle spectrum) wordt daarbij aan het toepassinggebied aangepast.
Basiselement van de MANKAR® ULV-spuitsystemen is de gepatenteerde segment-rotatievernevelaar van Mantis.
Via een pomp of een doseerventiel wordt een gedefinieerde hoeveelheid preparaat naar de segment-rotatiesproeier getransporteerd, die een zeer smal druppelspectrum (ca. 150 µ) produceert. De rotatiesproeier spuit niet rondom, maar alleen in een in de breedte verstelbaar segment loodrecht naar beneden. Overvloedig preparaat wordt in de behuizing van de sproeier opgevangen en teruggeleid naar de rotatieschijf.
Herbiciden kunnen met deze sproeier onverdund worden gespoten. De druppels worden zonder druk loodrecht naar beneden afgegeven en komen daardoor precies terecht waar ze nodig zijn. Een spuitscherm voorkomt wegwaaien door de wind (drift).
De spuitbreedte kan op de sproeier traploos versteld worden van 10 - 55 cm, zodat afhankelijk van het toepassingsgebied de spuitapparaten met een of meerdere sproeiers precies aan de gewenste breedte kunnen worden aangepast.
De nieuwste generatie MANKAR-spuitdoppen; het R-model maakt een economische toepassing van biologische herbiciden en herbicidenmengsels die met een hogere dosering moeten worden toegepast mogelijk.
Om drift te verminderen, is de nieuwe "R"-vernevelaar uitgerust met een ronde spuitkap met een diameter van 35 cm en is verkrijgbaar met MANKAR Carry and Drive-systemen.
Dosering met doseerventiel
De handapparaten (MANKAR®-Carry) beschikken niet over een pomp. De dosering gebeurt hier via een doseerventiel, waarbij de herbicide vanuit het reservoir door de zwaartekracht naar de sproeier stroomt.
Wanneer met een handapparaat niet alleen plaatsgewijs, maar een compleet oppervlak moet worden bewerkt, moet bij het instellen van de gewenste dosering met de vermoedelijke loop- of rijsnelheid rekening worden gehouden. Deze moet tijdens het over het land spreiden van herbicide zo exact en gelijkmatig mogelijk worden aangehouden, om een constante hoeveelheid per oppervlakte-eenheid te bewerkstelligen en plaatselijke over- of onderdosering te voorkomen.
Dosering met pomp aan het wiel.
Bij de meeste MANKAR®-Roll en MANKAR®- Drive modellen vindt de dosering plaats via een pomp die wordt aangedreven door het wiel van het spuitsysteem. Deze is dus afhankelijk van de afgelegde weg (wegafhankelijk) en niet van de snelheid van de voortbeweging. Bij elke omwenteling van het wiel wordt een gedefinieerde hoeveelheid herbicide verspreid. De vloeistofhoeveelheid per oppervlakte-eenheid (liter per ha) kan daardoor exact worden gedoseerd.
Het resultaat: Optimale verdeling van de werkzame stof op de behandelde oppervlakken!
De voordelen zijn duidelijk:
- Geen overdosering van de herbiciden. Gevolgschade vaan cultuurplanten wordt vermeden evenals onnodig financiële kosten voor herbiciden.
- Geen onderdosering van de herbiciden. Tijdrovende nabehandeling bij plaatselijk onvoldoende werking vervalt.
Bij de aanbouwsystemen met wielaangedreven pomp zorgt een parallellogram ervoor, dat het wiel permanent contact met de bodem maakt. Een ander voordeel van dit parallellogram is, dat de afstand tussen sproeier en bodem wordt geregeld, zodat bijvoorbeeld het driftgevaar wordt verkleind.
Dosering met elektrische pomp
Bij enkele MANKAR®-Drive-systemen wordt de pomp elektrisch aangedreven.
Als er met het apparaat over het gehele oppervlak moet worden gewerkt, moet bij de instelling van de gewenste dosering rekening gehouden worden met de verwachte loop- of rijsnelheid. Deze dient tijdens het aanbrengen van de herbiciden zo precies en gelijkmatig mogelijk te worden gehouden, om een constante hoeveelheid per oppervlakte-eenheid te behalen.
Bij aanbouwsystemen zoals de Varimant-modellen resulteert deze manier van doseren tot een kleiner totaalgewicht van het systeem, omdat er geen parallelogram nodig is. Bij toepassingsgebieden zoals steile vlakken kan deze gewichtsbesparing beslissend zijn voor het gebruik van een dergelijk spuitapparaat.
Bewaking van de sproeiermotor en de accu met led-controlelampen:
Alle MANKAR-HQ, MANKAR-ONE en MANKAR-TWO zijn uitgerust met een elektronische accu- en sproeierbewaking, waarbij elke sproeier een eigen led-controlelampje heeft.
Als het lampje groen is functioneert alles zoals het moet. Is het lampje geel, dan moet de accu worden opgeladen, Bij rood moet de functie van de sproeier en de sproeiermotor gecontroleerd en indien nodig worden hersteld (bijv. doo rhet systeem te reinigen bij een vastzittende sproeierschijf).
Debietregeling:
Dankzij de debietregeling ziet de gebruiker of de herbicide daadwerkelijk doorloopt en hoe snel.
De innovatieve Flex-spuitschermen klappen bij aanraking met hindernissen terug, zodat de sproeibreedte automatisch wordt aangepast, als bijv. in de rijen tussen gewassen moet worden gespoten. De veersterkte van dit klapmechanisme is instelbaar, om aanpassing aan verschillende gewassen (bijv. grote laanbomen of jonge gevoelige struiken) mogelijk te maken.
De maximale spuitbreedte kan indien gewenst worden gereduceerd door de schermen schuin te zetten, waarbij het klapmechanisme wordt gehandhaafd. Als alternatief kunnen de spuitschermen worden vastgezet.Er zijn drie modellen van spuitschermen met elke een sproeier en een spuitbrede van 25, 40 of 55 cm.
MANKAR-Roll-systemen kunnen dus, afhankelijk van combinatie schermen, een totale spuitbreedte van 25 tot 110 cm afdekken. De spuitschermen kunnen ofwel voor of achter het wiel worden gemonteerd. Optioneel zijn ook armen met een maximale uitschuifbreedte van 50 cm verkrijgbaar.
Bij de MANKAR-Drive-modellen zijn aanzienlijk grotere spuitbreedtes mogelijk en kan de lengte en uitvoering van de arm op de wensen van de klant worden aangepast.
De MANKAR-Drive-systemen hebben een aantal technische bijzonderheden:
Voertuigen en aanbouwmogelijkheden
Omdat deze systemen geschikt zijn voor verschillende voertuigen en aanbouwmogelijkheden, zijn er ook verschillende modellen, bijv.
- Systemen die aan een voertuig gehangen kunnen worden: Flexomant-Module, Trama en Tramus
- Systemen die alleen voor montage aan de achterzijde van een voertuig geschikt zijn: Flexomant-Module, Flexomant en Trama modellen
- Systemen voor montage aan de voor- of achterzijde: Varimant- en Unima-E-Modelle
- een speciaal aanbouwsysteem voor eenassers, dat echter ook kan worden aangepast voor aanbouw aan de voorzijde van tractoren: Unima-Two-P 110 Flex
- Speciale aanbouwsystemen voor bijv. portaaltractoren, quads en gazontractoren, die niet over een 3-punts ophanging beschikken.
Er kunnen voor elk aanbouwsysteem en nagenoeg elk voertuig passende adapters worden gemaakt.
Spruitbreedte, werkbreedte en uitschuifbreedte.
Verschillende spuitbreedten zijn beschikbaar en de werk- en uitschuifbreedte kan worden ingesteld:
- In rijenculturen met grote rijbreedtes moet vaak in het midden een groenstrook blijven om bodemerosie te voorkomen. In deze gevallen is het aanbrengen van herbiciden op het volledige oppervlak niet gewenst en de spuitschermen worden daarom alleen buiten op de zijarmen gemonteerd. De uitschuifbreedte is over een bepaalde lengte verstelbaar, zodat de spuitapparaten aan verschillende rijbreedtes kunnen worden aangepast.
- Op grasvelden, wegen en terreinen is soms een volledige behandeling noodzakelijk, de gewenste spuitbreedte kan daarop worden ingesteld.
Voor het transport van aanbouwsystemen over landwegen en straten kunnen de zijarmen natuurlijk ook naar boven worden geklapt.
Dosering en contact met de grond bij een wielaangedreven pomp
De dosering geschiedt afhankelijk van het type machine via een elektrische of wielaangedreven pomp. Om bij de wielaangedreven pompen het continue contact van het wiel met de grond en de juiste afstand tussen de sproeiers en de grond te waarborgen werd een speciaal parallellogram ontwikkeld. Dit zorgt ervoor dat de positie van het spuitscherm en de sproeiers onafhankelijk wordt van de positie van de tractor, bijv. bij oneffenheden in het grondoppervlak en op hellingen.